Al decennia mogen we niet meer spreken over het begrip volksaard. Het bestaat wetenschappelijk niet, maar het kan vooral ook leiden tot nationalistische gevoelens en dat is voor het gros van de linkse wetenschappers absoluut taboe.
Verleden week in Portugal viel het me weer op hoe relaxed het leven daar is en hoe relaxed het gros van de Portugezen is. Op een terras waar Nederlanders onderlinge ervaringen uitwisselen, werd dat weer onder het genot van een drankje uitgebreid uit de doeken gedaan. Spanjaarden (20 kilometer naar het Oosten) zijn heel anders was de algemene conclusie.
Een paar jaar geleden reisden we door de Baltische staten.
Estland is sterk gelieerd aan Finland, Letland is Luthers en Litouwen is Rooms Katholiek. Het klinkt onwetenschappelijk, maar in alle drie de landen was een andere sfeer onder meer merkbaar in de houding naar toeristen. De Letten leken opener dan de wat stuggere Litouwers. Wel opvallend was dat in alle drie de kleine staten de mensen vrijwel allemaal Engels spraken.
Voor veel Amerikanen is het onbegrijpelijk dat België niet gewoon verdeeld wordt tussen Frankrijk en Nederland, maar voor de meeste Belgen is dat een gruwel. Volksaard, die aantoonbaar aanwezig is, kan moeilijk worden verklaard en bestaat derhalve volgens sociologen niet.
De eerste socioloog Max Weber werd nog niet geremd door politiek correcte dwalingen en verklaarde het verschil tussen arme en rijke landen door de calvinistische c.q. lutherse mentaliteit. Protestanten werken harder, omdat ledigheid het duivels oorkussen is; overwegend protestantse landen zijn derhalve ook rijker.
In Polen heeft men een andere mentaliteit dan in de meeste andere voormalige Oostbloklanden. Eeuwenlang lag het ingeklemd tussen grotere en machtigere staten als Pruisen, Oostenrijk-Hongarije en Rusland. Toen die landen het op een akkoord gooiden, verdeelden ze het land onderling. De Poolse staat verdween, maar de Polen gingen gewoon door. Ze behielden hun taal, hun zeden, hun Rooms Katholieke geloof, maar vooral ook de drang naar zelfstandigheid.
Dat leidde tot de eerste scheuren in het IJzeren Gordijn toen vakbondsleider Lech Walesa het opnam tegen het door Rusland gedomineerde landsbestuur. Hij zette daarmee een eeuwenlange traditie van verzet tegen vreemde naties en het opdringen van vreemde invloeden voort.
Nadat het Oostblok was gevallen en het démasqué van het socialisme volgde (behalve in de hoofden van sommige Nederlandse politici) konden de Polen genieten van hun pas verworven vrijheden en werden ze verwelkomt in de EU. Hun traditionele drang naar zelfbeschikking en vrijheid behielden ze echter.
Dat bleek onlangs uit de uitspraak van het Poolse gerechtshof, dat stelde dat Poolse wetten belangrijker zijn dan Europese wetten. Ze hebben dus vooral vertrouwen in hun eigen inzicht om problemen in hun land op te lossen, meer dan in het inzicht van meneer Schoenmakers en consorten: gelijk hebben ze!
De EU kan alleen functioneren als economische eenheid. Landen met diverse achtergronden als bijvoorbeeld Ierland en Bulgarije kunnen we niet dwingen hun eigen door inzicht, geschiedenis en traditie ontstane wetten in te leveren voor de wetten, die de wereldvreemde en ondemocratisch benoemde bureaucraten in Brussel ons menen te moeten opleggen. Eenheid is prima, maar eenheid in verscheidenheid. Verscheidenheid, die rekening houdt met eeuwenlange tradities en diep gewortelde zeden.
Wordt daar geen rekening mee gehouden dan zal de huidige EU langzaam maar zeker uiteen vallen. Als dat uiteindelijk leidt tot alleen een economische unie lijkt het me een aanlokkelijk vooruitzicht.