Dit had eigenlijk een hele andere column geworden als zaterdagmorgen mijn fiets niet was gejat.
Ik had vrijdag boodschappen gedaan en eenmaal thuis mijn boodschappentas uit de zijtassen van de fiets gehaald. Daarna - ik zeg het eerlijk - vergeten de fiets op slot te zetten. Maar hij stond wel in de voortuin.
De volgende morgen wilde ik een stukje gaan fietsen, liep de tuin in en constateerde dat ie er niet meer stond. Dus ik vloekte God-jan-doosje pot-ver-driedubbeltjes nog aan toe zeg! Ja ik kan grof zijn! Tuurlijk niet. Ik gaf weer een perfecte imitatie van Lau van Tiny weg, zó zo erg dat Jules Deelder er een kleur van had gekregen.
Later werd ik wat rustiger en dacht na over wat er allemaal niet met deze fiets is gebeurd en wat er nog zou gebeuren?
Ik had 'm geschonken gekregen en daarna weer wat verkeersveilig gemaakt. Hij zag er er niet uit, maar functioneerde - ondanks zijn gebreken - naar mijn wens.
Maar nu komt het: de nieuwe onwettige bezitter van mijn fiets is niet op de hoogte van deze gebreken. Hij/zij of het (je moet voorzichtig zijn in deze tijd) zou zomaar een ongeluk kunnen krijgen bijvoorbeeld door een stuurfout en vervolgens onder een vrachtwagen terecht kunnen komen (je moet er niet aan denken) dan wel een remfout maken, over de kop slaan en met zijn/haar/het oog in een plank met een spijker blijven hangen (je moet er niet aan denken).
En hij/zij/het loopt natuurlijk het risico dat de gestolen fiets wéér gestolen wordt.
Ik heb er even aan gedacht om aangifte te doen, maar toen ik me realiseerde wat dit mij allemaal aan inspanning en tijd ging kosten in de wetenschap wat het OM er mee zou gaan doen? Niet dus.
Maar stel je eens voor, de politie gaat daadwerkelijk op zoek en na een paar weken goed rechercheren pakken ze de dader(s), en dan?
Na een lang verhoor en proces-verbaal mag de dader weer naar huis en omdat ie weer te voet is steelt ie misschien een privéfiets van een van onze dienders, want politiefietsen vallen teveel op.
Of anders? Na ongeveer tweeëneenhalf jaar komt deze dief voor de rechter en de dief weet dan echt niet meer over welke fiets het ging. Immers: hij/zij/het heeft er ondertussen al weer minimaal 150 gestolen. En dan moet de rechtelijke macht deze fietsendief gaan verhoren en daarna veroordelen?
Deze rechters zijn allemaal ooit studenten geweest en één ding weet ik nog wel van studenten in mijn tijd, in mijn tijd waren dat dé berijders van vele wederrechtelijk verkregen trappende voertuigen, kort gezegd die hebben meer fietsen gejat dan de beste opgeleide junk.
Dus ook deze rechter zou zich gezien zijn eigen verleden bezwaard kunnen voelen om deze dief stevig te bestraffen.
Hij vraagt in de zaal of er instanties zijn die deze man zouden kunnen helpen aan een fiets zodat hij zich kan verplaatsen. En toevallig zit de Rotterdamse fietswethouder Judith Bokhove (van GroenLinks) in de zaal. Zij steekt haar vinger op en zegt wat je zou kunnen verwachten wat zij zegt, namelijk dat iedereen recht heeft op een fiets en voor dat fietsenplan de auto’s moeten wijken.
Het zou toch zomaar kunnen gebeuren dat een fietsendief even in zijn haast niet oplet en zomaar door een auto wordt overreden? (Je moet er niet aan denken).
Judith Bokhove nam onze dief liefdevol mee en regelde een subsidie die dit slachtoffer van onze cultuur schadeloos stelde. De volgende dag werd ik gebeld door Judith of ik ook zo’n fiets wilde?
Toen werd ik wakker. Dacht nog eens na en pakte mijn tablet ging naar Marktplaats en bood op een oude damesfiets.
Want ik op een gesubsidieerde GroenLinksfiets van Judith Bokhove? Je moet er toch niet aan denken!