Folders

Bon voyage, Liesbeth

31 March 2020, 10:56 uur
Columns
mainImage

Voor één keer val ik van mijn geloof. Ik haat het als er een grote meneer of mevrouw is overleden en allerlei mensen vertellen hoe goed zij hem of haar hebben gekend. Wie er allemaal langs kwamen in de media om vooral over zichzelf te praten toen Harry Mulisch, Ramses Shaffy, Johan Cruijff, Jan Wolkers, Rutger Hauer en noem maar op dood gingen, ik werd er misselijk van. En nu doe ik het verdomme zelf.

Voor mij ligt namelijk een brief uit 2000 van Liesbeth List. Handgeschreven, donkergroene inkt, dansende letters. Op gebroken wit papier met in goudkleurige opdruk bescheiden haar naam. Hij begint met Lieve Chris en eindigt met Lieve Groeten. Dat had Liesbeth goed gezien, ik ben altijd al een lieve jongen geweest.

Liesbeth en ik kwamen in 1999 met elkaar in contact. Via Guus Westdorp, een Delftse toetsenvirtuoos, onder meer bekend als componist van Blijf Bij Mij van Ruth Jacott. Guus en ik maakten samen veel nummers, hij de muziek, ik de tekst. Hij begeleidde ook Nederlandse artiesten tijdens tournees. Zoals Liesbeth. In Leiden spraken we elkaar na afloop in de kleedkamer. Van dichtbij was ze nog charismatischer dan op het podium. Weliswaar klein, vermoeid en nog na-transpirerend, maar elke seconde onverminderd Une Grande Dame.

De jaren ervoor werd ze geïnspireerd door Frank Boeijen, maar die formule was uitgewerkt. Toen ik zei te hopen dat Boeijen nog eens in het Nederlands ging zingen, lachte ze gul. Ze begreep mijn Haagse humor. Ze ging Piaf in het theater laten herleven, maar wilde toch ook graag mooie liedjes blijven zingen. Nieuwe liedjes, want elke keer uitleggen waarom Brussel toen nog een bruisende stad was en dat kinderen voor de draaimolen maar een kwartje hoeven te betalen, dat wisten we nu wel. Vers materiaal dus, en dat gingen Guus en ik voor haar bedenken.

Enkele weken later presenteerden we een aantal demo’s. Geheel in de stijl van Jacques Brel, Liesbeth’s grote held. Absoluut niet de mijne, maar als tekstschrijver ben je een kameleon. Je danst naar het pijpen van je opdrachtgever, want die betaalt je. Een Eskimo een ijskast verkopen of een flatbewoner graszaad? Geen probleem.

Liesbeth vond onze nummers ‘erg goed’, vooral De Vulkaan en Vrijen Met De Vrede. Ze ging ermee aan de slag, ze zouden beslist een plekje krijgen op haar nieuwe album. Guus en ik keken elkaar aan met Zilvervlootgezichten. Wij zaten gebakken, de nieuwe Lamborghini’s konden worden besteld.

En toen kwam dus die brief. Met behalve excuses als belangrijkste strofe: ‘Er komt geen volgende cd, althans voorlopig niet, omdat mijn contract bij Sony afgelopen is en niet wordt verlengd omdat de laatste cd niet liep.’ Daar konden we het mee doen. Jammer maar helaas. Het zit weleens mee, het zit weleens tegen. En nog een paar van die dooddoeners die duidelijk maken waarom er nog steeds geen Lamborghini voor de deur staat.

Met Liesbeth zou ik nooit meer contact hebben. Haar overlijden afgelopen week bracht me ertoe haar brief op te zoeken en te herlezen. De tijd van toen kwam even terug. Het was een contact dat uiteindelijk niets commercieels opleverde. Maar wel een herinnering. En die zal me altijd dierbaar zijn. Goede reis, Liesbeth, en doe de groeten aan Brel.