door Dries Mosch
De jonge garde op het stadhuis in Rotterdam geeft het totaal van de aanwezige vakantiehuisjes in Hoek van Holland de volgende naam: recreatieoord Hoek van Holland. Dat zegt mij al genoeg over hun betrokkenheid, want voor de oudere traditionele Rotterdammers gaat het hier toch echt om het Ouwe en Nieuwe Kamp. En die schrijf je met hoofdletters. Zelfs Jaap Valkhoff had er een huisje. Wie?
Ik mag de jeugd natuurlijk niet kwalijk nemen dat ze niet meer weten wie Japie Valkhoff was. Maar wat ik wel héél erg bedroevend vind is dat de jeugd vaak ook erg respectloos omgaat met historische Rotterdamse plekken. Maar dat krijg je ervan als je ambtenaren rekruteert uit alle delen van het land. Die hebben geen ouders met Rotterdamse roots. Die komen in colonnes ’s morgens op het Centraal Station aan, met de Volkskrant onder hun oksels, om er ’s middags weer uit te vertrekken. Na twintig jaar hebben ze nog steeds geen idee waar de Rubroeksestraat is, de Wielewaal of het Engelse bos in Hoek van Holland.
Bouwwethouder Kurvers wel, dus daarom verwacht ik van hem dat hij de komende tijd alles op alles zet om te voorkomen dat het hart uit het Ouwe en Nieuwe Kamp verdwijnt.
Die vakantiehuisjes op dié plekken, dat zijn begrippen. Dat zijn arbeidersplekken. Dat zijn erfstukken van bijna honderd jaar oud. Daar kon in de dertiger jaren van de vorige eeuw – toen het zwaar crisis was- voor een appel en een ei worden gekampeerd en daar mocht na de Tweede Wereldoorlog zonder al te moeilijke vergunningen huisjes worden gebouwd. Rotterdammers reden er ’s zomers heen op hun eerste Berini’s met achterop de tassen met schoon gewassen beddengoed. Ze tilden hun voor een prikkie gehuurde huisje met eigen handen naar een villaniveau.
De oud-international Jan Everse organiseerde er ’s zomers zijn voetbaltoernooien. Componist Tonny Eyk en Coen Moulijn deelden er handtekeningen uit. Muzikant Jaap Valkhoff schreef er z’n Hand in Hand Kameraden. André van Duin spreidde er nog als André Kyvon op de grond een deken en repareerde er zijn brommer met een eitje. U heeft er geen idee van wie er allemaal een huisje hadden. Van de schoonouders van Wim Jansen tot aan zelfs André Hazes. Dat mag dus niet aan de wildwestwereld van de onroerend goedjongens worden prijs gegeven. Stel een ordentelijke VvE samen en laat de mensen zelf hun plannen maken. Op z’n Rotterdamse gezegd: blijf er als Rotterdamse overheid met je fikken van af.
Jaren geleden, toen ik nog in de gemeenteraad zat, hebben Leefbaar, de PvdA en SP al eens geprobeerd om de bewoners hun eigen kavel te laten kopen. Het was bijna rond. Maar ook toen ging een jong wethoudertje dwars liggen. Lucas Bolsius was zijn naam. Een carrière beluste CDA’er uit Den Haag, die nog nooit van de Rubroekstraat had gehoord en die het ook geen moer interesseerde waar die Rubroekstraat was.
De huidige wethouder Bas Kurvers is een jongen van Zuid, een echte CVV-er. Hij kan nu geschiedenis schrijven.
En ook al is voor een jongen van Zuid Hoek van Holland niet het door Gerard Cox bezongen Rockanje, het is wel Rotterdam en het is een begrip, vooral door die Huisjes, die je met een voor een met een hoofdletter schrijft.