Kent u het wijkgebouw Pier 80 in Delfshaven?
Inderdaad: een dikke aanrader. Dat zeggen niet alleen u en ik, maar ook de leden van de commissie van de Rotterdamse Raad die er vorige week een kijkje hebben genomen en met eigen ogen hebben gezien welke initiatieven er allemaal worden ontplooid.
Tal van organisaties steunen daar tal van bewoners op allerlei vlakken met hulp van een recreatiezaal, een bieb en een gymzaal. Top. Grootste opvallers: een sterke sociale cohesie en waar je ook van opkeek, veel vrijwilligers.
We hebben met ze gesproken. Vrijwilligers, die een bijstandsuitkering ontvangen en hiervoor een vorm van tegenprestatie verrichten. En dat doen ze met vol enthousiasme en zo praten ze er ook over.
Oók is er in het gebouw een vrouwencentrum. Daar troffen we vrouwen aan die dankzij het wijknetwerk aan een betaalde baan waren geholpen. Ook indrukwekkende verhalen. En dezelfde passie.
Maar het verschil blijft: betaald en niet betaald. Want even verderop in de straat zijn we langs geweest bij een organisatie die de mensen in de wijk helpt met brieven en budgetbeheer. Daar voor het overgrote deel: vrijwilligers.
Ik vind het mooi dat mensen elkaar opzoeken en elkaar ondersteunen daar waar nodig. Bij de aanblik van zoveel helpende handen en ogen is dat je op ’t laatst niet meer weet en geneigd bent te vragen: ben jij nou vrijwilliger of ben je in vaste dienst?
Ik moedig iedereen aan die in staat is en wil vrijwilliger te zijn. Soms is dat ook de basis, het begin en het bewijs dat je gevoel hebt voor de samenleving. Maar ik ben ook voorstander van betaalde arbeid. Want werkzaamheden die essentieel zijn voor een organisatie kun je niet onbetaald laten doen.
Als we verder hierover nadenken. Ontmoetingsplekken in de stad waar mensen elkaar treffen zijn onontbeerlijk voor het realiseren van de verbindingen in de samenleving. Dié mensen, die zich daar met hart en ziel voor inzetten, en aantoonbaar bijdragen aan de sociale cohesie, verdienen daarvoor mijns inziens een betaalde baan. Het zijn banen die het verschil maken in de stad, omdat waardevol werk dat blijft liggen wordt gedaan. Basisbanen dus. En de radars voor deze banen zitten gewoon in de wijken zelf.