Staatssecretaris Knops zei het op WNL zonder met zijn ogen te knipperen: ”Je gaat in de politiek om te dienen.” Senator Otten staat te popelen om in de Tweede Kamer te komen en zijn handen uit de mouwen te steken. Waarschijnlijk ook om te dienen.
Het lijkt een taboe om in de politiek te praten over geld; tenminste het geld dat wordt verkregen om te dienen c.q. de handen uit de mouwen te steken. Het wordt ook met een eufemisme vergoeding genoemd. Zowel Otten als Knops krijgt ruim meer dan een ton voor hun altruïstische werk; daarbij werken ze ook hard aan hun pensioen.
Mijn politieke vriend De Graaf, die als zzp’er een beste baan bij een semi overheidsbedrijf had, kreeg hij kans om naar het Europees parlement te gaan en hij greep die kans met beide handen aan. “Je hebt het nu toch hartstikke goed” hield ik hem voor ”waarom naar Brussel?“ Ik heb als zzp’er geen pensioen op kunnen bouwen en zal nu volgens mij na mijn 63e € 1250,- per maand krijgen” was zijn eerlijke antwoord. Even niet dienen of jezelf zogenaamd wegcijferen voor het landsbelang, maar een oprecht antwoord: Poen speelt een rol.
Dat geldt overigens ook al voor de gemeenteraad van Rotterdam. Een raadslid krijgt voor twee/drie dagen werk in de week een vergoeding die ruim boven het minimumloon ligt. Daarnaast hebben alle fractie een toelage om medewerkers aan te nemen, die veel van het raadswerk doen. Het is geen vetpot, maar als je het naast je reguliere werk doet, heb je een goed inkomen.
Makkelijk “verdiend”
Ik heb in mijn eerste Leefbaar-fractie (2002-2006) mensen gehad, die te lui waren om voor dat bedrag hun post te openen. Anderen weigerden naar commissievergaderingen te gaan, omdat het – lang van tevoren bekend zijnde – tijdstip hen niet aanstond. Eén maakte het zelfs zo bont, dat hij op de raadsvergaderingen “iets anders” te doen had. Die is uiteindelijk de fractie uitgezet, maar uiteraard behield hij zijn zetel en het daaraan verbonden inkomen. Sorry, de vergoeding uiteraard. Bij het samenstellen van latere fracties, werd uiteraard beter opgelet.
Behoud van zetel
De belangrijkste reden voor politici om na het verlaten van de fractie de zetel te behouden is die vergoeding. Uiteraard hield oud VVD’er Van Haga vast aan zijn zetel van de Tweede kamer en de daarbij behorende wedde. Ik vond het des te jammer, dat mijn toenmalige partij Forum voor Democratie hem in de armen sloot. Aan zijn politieke oprechtheid kon mijns inziens op zijn minst getwijfeld worden.
Het bontst maakte het in maart 2002 onze eerste afvallige N. Kok het. Voor de verkiezingen had hij zich – met een mooie plek op de kieslijst - net als enkele anderen plotseling als tegenstander van Fortuyn opgeworpen. Toen hij namens diezelfde Fortuyn een zetel bemachtigde nam hij hem zonder enige schroom in en benoemde een familielid tot fractiemedewerkster. Een andere tegenstander van Fortuyn die werd verkozen - mijn collega H. Van de Bouwhuysen - was zo oprecht om af te zien van de zetel, zoals in de lijn der verwachting mocht liggen.
Gênant
Nogmaals, we vinden het praten over geld altijd enigszins gênant maar het bekijken van de salarissen of vergoedingen maakt echter veel duidelijk. Waarom zouden voor de verkiezingen van 2018 in onze stad de lijstrekkers van alle linkse partijen hebben afgesproken, dat ze wethouder zouden worden? Om de stad te dienen? Hier zien we duidelijk het in mijn kringen veel gebruikte gezegde: ”Links lullen, maar rechts vullen.”
Maar ja, volgens mijn vrouw ben ik gewoon jaloers.
N.B. 1 Voor de SP geldt bovenstaande niet. Hun volksvertegenwoordiger staan een groot deel van hun verdienste af aan de partijkas. Van de vertegenwoordigers van Leefbaar Rotterdam wordt verwacht dat ze 10% afdragen aan de verkiezingskas.
N.B. 2 Salaris raadsleden, wethouders en burgemeesters - Loonwijzer.nl