De Rotterdamse gemeenteraad gaat het zomerreces in. We zijn beland in de mid-term zoals dat heet. Op z’n Nederlands gezegd: we zijn halverwege deze politieke periode. Over ruim een jaar beginnen de eerste verkiezingsbeschietingen alweer en eigenlijk nu al, want de landelijke verkiezingen staan komend voorjaar al op het menu.
Het zou je kunnen verleiden tot slechts het opsommen van alles wat er de afgelopen twee jaar gedaan en bereikt is en wat er allemaal voor een mooie plannen voor de deur staan voor de komende twee jaar. Dat is niet slecht om te doen, want je hoort je als politiek en bestuur ook te verantwoorden. Ik ben overigens een realist, ik weet heus wel dat we hier op de Coolsingel onze eigen biotoop hebben, waar de Rotterdammer het meest van de tijd geen idee van heeft en waarschijnlijk zelfs geen interesse voor heeft. Ieder z’n meug, maar we vertegenwoordigen hier wel het volk.
Maar we leven in historische tijden en die verhouden zich niet tot een politieke periode van slechts vier jaar. Onze manier van leven staat om meerdere redenen onder druk. En dat vraagt lef en durf van de politiek om dingen fundamenteel aan te pakken en ten goede te keren.
Te beginnen met de aardkloot waarop we leven: linksom of rechtsom zullen we onze belasting van natuur, milieu, flora en fauna drastisch naar beneden moeten bijstellen om toekomstige generaties onze aarde door te kunnen geven.
Daarbij moeten we op zoek naar nieuwe zekerheden. Marktwerking is al lang geen heilige graal meer en dat is nog zacht uitgedrukt. Flexwerkers en veel kleine ondernemers zijn de nieuwe ‘kleine luyden’, mensen die niet veel schokken kunnen opvangen omdat het risico op werkloosheid en armoede altijd op de loer ligt. En dan hebben we het nog niet over alle mensen waar de arbeidsmarkt een te grote afstand tot heeft genomen. De woningmarkt is verstopt en verziekt, waardoor ook het basale ‘huisje, boompje, beestje’ voor teveel mensen te onbereikbaar is geworden.
Kortom, we staan op een breuklijn van de geschiedenis en de film speelt zich voor onze ogen af. De bakens moeten verzet, het moet anders en beter.
Dan kun je je afvragen: waarom maakt een Rotterdams gemeenteraadslid zich hier druk over? Wat kunnen we hier in onze mooie stad aan Rotte en Maas aan al die mondiale problemen doen?
Ik zeg dan: wij zijn Rotterdam, dé stad van doeners en durfals. De stad die één grote proeftuin van innovatie, creativiteit en durf is. Als wij de bakens niet kunnen verzetten, wie kan het dan wel?
Deze tijden vragen forse en fundamentele investeringen in onze stad. En gelukkig kan en mag het weer: de overheid investeert en moet regie terugpakken op plekken waar de marktwerking een ‘race to the bottom’ is geworden. Het Rijnlandse model is ‘back in business.’
Eerste goede en ferme stappen zijn gezet doordat we heel veel Rotterdammers gaan omscholen van de banen van gisteren naar de banen van morgen. We geven Rotterdammers in de bijstand bestaanszekerheid en kansen door de Rotterdamse wijkbasisbaan. We zetten hier de stap naar een innovatieve, toekomstbestendige en duurzame haven. En last, but not least: we zorgen dat Rotterdammers met de kleinste portemonnee als eerste de voordelen van duurzaam wonen en werken gaan merken.
Duits staatsman Otto von Bismarck wijst ons hier de weg: Als de geschiedenis voorbij loopt grijp je desnoods de zoom van haar jurk.
Fijne zomer, stay safe!