Wethouder De Langen is veel te mild voor illegalen en daklozen. Dat vinden de raadsleden Van Elck (Leefbaar) en Lansink (VVD), die hem hebben gevraagd ‘’of hij nu eindelijk eens bereid is het gemeentelijke verbod op slapen op de openbare weg te gaan handhaven.’’ Het gaat vooral om Oost Europese buitenslapers en specifiek het Zuiderpark.
De verwijten naar De Langen liegen er niet om. ‘’Rotterdammers die ’s ochtends hun hond uitlaten worden geconfronteerd met een park vol daklozen die op bankjes en grasvelden liggen en hun kleren wassen in het water. De bosjes liggen bezaaid met uitwerpselen en het park met goedkope halve literblikken. Kortom: geen plek waar je je kinderen laat spelen of waar je na zonsondergang of voor zonsopkomst graag komt.’’
De beide raadsleden spreken van ‘’wantoestanden.’’
‘’Deze situatie is een beschaafde stad onwaardig. De transformatie van het Zuiderpark tot een vuilnisbelt vol met verslaafde zwervers moet met kracht worden tegengegaan. Rotterdamse dak- en thuislozen moeten van straat worden gehaald en in een zorgtraject worden geplaatst zodat hen weer toekomst en een menswaardig bestaan geboden kan worden.’’
Van Elck en Lansink willen dat de Oost-Europeanen die niet in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien en de illegalen linea recta terug moeten naar het land van herkomst. Dat het vanwege corona niet kon, beoordelen als ‘’geen sterk verhaal.’’
Het is niet de eerste keer dat het stadsbestuur gewezen wordt op de troep die parkslapers maken.