In weerwil van het feit dat minister Ollongren de ontslagvergoeding aan ex-directeur Bert Wijbenga ‘merkwaardig’ en ‘onrechtmatig’ vond, houdt Woonbron vast aan haar opvatting, dat het allemaal wel snor zat met diens vertrekpremie. De huidige loco-burgemeester van Rotterdam kreeg medio 2018 bij zijn overstap van woningcorporatie naar gemeentebestuur 48.000 euro mee.
Daarvan was 33.467 euro onterecht. Ging om pensioenpremies, waarover de onder Ollongren ressorterende Autoriteit woningcorporaties al sinds 2017 met Woonbron aan het ruziën was. Na berichtgeving op kjonker.blogspot.nl besloot Wijbenga in juli 2019 om de - volgens de minister - onrechtmatig uitgekeerde pensioenpremies (weer) terug te betalen.
De kous was daarmee niet af. Want in januari 2020 riep de Autoriteit woningcorporaties Woonbron op het matje. De Raad van Commissarissen moest in Utrecht langs om verantwoording af te leggen. Hoe dat precies is afgelopen, zal pas duidelijk worden als er weer eens een nieuwe Oordeelsbrief van de Aw over Woonbron wordt gepubliceerd. Kan nog wel een jaartje duren.
Maar vooruitlopend daarop is al duidelijk dat Woonbron de onrechtmatigheid van Wijbenga’s ontslagvergoeding nog steeds niet onder ogen wil zien. Dat blijkt uit het volgende citaat uit de jaarrekening 2019 van Woonbron: “Over het jaar 2018 heeft de voormalige voorzitter van de Raad van Bestuur, de heer B. Wijbenga van Nieuwenhuizen een overeengekomen uitkering wegens beëindiging dienstverband ontvangen van € 48.000,- bruto. Ondanks dat er geen sprake was van een onverschuldigde betaling door Woonbron heeft de heer B. Wijbenga van Nieuwenhuizen vrijwillig besloten om het deel van de zogeheten VPL premie terug te betalen aan Woonbron”.
Volgens de Aw was er gewoon wel sprake van een onverschuldigde betaling. En beweert Woonbron tegen beter weten in dat de corporatie correct en rechtmatig zou hebben gehandeld bij de vaststelling van Wijbenga’s vertrekpremie.
Folders
Woonbron houdt vol correct te hebben gehandeld
24 July 2020, 15:08 uur
Algemeen
