door Jan D. Swart
Rotterdam kan niet veel meer doen voor de lokale festivalorganisatoren dan coulance betrachten bij het afrekenen van subsidies. Verstrekte bijdragen zullen niet teruggevorderd als de afgesproken prestatie niet wordt geleverd. Die mogen dan worden gebruikt om reeds gemaakte redelijke en nuttige kosten op te vangen. Hiermee kan een deel van de opgelopen schade in deze branche worden opgevangen. Rotterdam Festivals en Rotterdam Topsport volgen dezelfde lijn.
Blij zal D66-raadslid Elene Walgenbach niet zijn met de marginale toezeggingen van haar partijlid wethouder Kasmi, maar het is elk geval iets.
Kasmi, die bij de aanvrage van zoveel coronshulp al weken de indruk wekt dat hem duizelt, haast zich dan ook om eraan toe te voegen dat de landelijke regelingen voor ondernemers onvoldoende zijn toegespitst op de evenementenbranche.
Die landelijke brancheorganisatie, WEM, is samen met brancheorganisaties voor seizoensgebonden bedrijven zoals Koninklijke Horeca Nederland, de Hiswa en de Recron, nog zwaar in gesprek met Den Haag over specifieke (financiële) steunmaatregelen, laat Kasmi weten.
Daar heeft de duwende Walgenbach als ambassadrice van het vrolijke Rotterdamse Genootschap Feest, Festival en Vertier (haar corebusiness) natuurlijk weinig aan, maar het is in elk geval een antwoord. Bovendien valt er voor haar om drie redenen verder niet veel te pruttelen. De eerste is dat Den Haag de regels bepaalt, Den Haag met Kasmi geen rekening houdt (dan had Walgenbach zelf wethouder moeten worden) en de derde is dat Walgenbach naar Kasmi toe geen stampij kan maken: beiden D66.
''Ja, de evenementensector in Rotterdam is van meerwaarde in deze stad en draagt bij aan de levendigheid en de beeldvorming. Ook economisch draagt deze branche bij aan het lokale succes.''
Wethouder Kasmi is in zijn beantwoording op de vragen van Walgenbach dus niet te beroerd om haar op bijna alle punten het grootste gelijk van de wereld te geven. Ook heeft hij besloten dat alle vanwege corona afgelaste B en C-evenementen zelfs vervroegd een plek krijgen op het evenementenoverzicht 2021. Door dat sterk naar voren te halen krijgen de organisatoren zekerheid en perspectief, zegt hij. In dat verband spreekt hij zelfs ''van een enorme steun in de rug als het gaat om contracten en verkochte kaartjes.''
Maar het zijn per saldo dooddoeners (omdat normaliter in 2021 zonder corona dezelfde festivals zijn georganiseerd) en het zijn hoopgevers, die Kasmi in de grond van de zaak ook niet zijn aan te rekenen, en waarschijnlijk daardoor geeft hij aan het einde van zijn brief aan Walgenbach toe realist te zijn om te erkennen dat ‘’continuïteit in deze sector niet voor iedereen te garanderen is. leder festival huurt allerlei partijen in, podiumbouwers, licht- en geluidsmensen, artiesten, horecabedrijven en beveiligers. Veelal partijen die voor een groot deel van hun inkomsten afhankelijk zijn van de mooi weer periode. De schade van de afgelastingen bij al deze toeleveranciers zal groot zijn.’’