Het stadsbestuur van Rotterdam heeft vorig jaar € 106.499,- aan bestuurlijke kosten voor buitenlandse reizen gemaakt. Uit een vergelijking met eerdere rapportages blijkt dat dit bijna een verdubbeling is ten opzichte van voorgaande jaren. In 2018 bedroegen de kosten € 59.389,-, in 2017 € 72.135,- en in 2016 € 62.124,-.

‘’Uiteraard kunnen ambtsreizen zeer nuttig zijn, bijvoorbeeld als hiermee opdrachten voor het Rotterdamse bedrijfsleven binnengehaald worden’’, becommentariëren de raadsleden Jami en Simons de getallen. ‘’Maar die resultaten moeten dan wel in concrete bedragen, contracten of banen uitgedrukt kunnen worden. Wanneer dit niet gebeurt ontstaat de schijn van tripjes ‘voor de leuk’ op kosten van de belastingbetaler.’’

De Leefbaar-raadsleden zeggen dat het nu niet duidelijk is wat de werkbezoeken van wethouder Kathmann aan New York, Boston, Singapore en Shenzhen hebben opgeleverd voor Rotterdam en in hoeverre haar aanwezigheid hierbij van meerwaarde is geweest.

Daarnaast is de dominante aanwezigheid van burgemeester Aboutaleb in het gespecificeerde overzicht opvallend. Ruim veertig procent van alle ambtsreizen werd door hem gemaakt. ‘’Wanneer we naar de intercontinentale reizen kijken gaat het zelfs om tachtig procent. Opgeteld verbleef de burgemeester vorig jaar maar liefst 65 werkdagen in het buitenland. Dit houdt een kwart van alle officiële werkdagen in.’’

De reizen duiden erop dat de burgemeester wordt opgeslokt door internationale kwesties die ten koste gaan van zijn kerntaken in Rotterdam, is het verwijt van Leefbaar. ‘’Dat hij onlangs is toegetreden tot de Global Mayors COVID-19 Recovery Task Force terwijl om de hoek talloze bedrijven op omvallen staan, is wat dat betreft illustratief.’’

‘’Het college pakt tante Nel haar gasfornuisje af en vliegt vervolgens met bulderende motoren naar Dubai’’, zeggen Jami en Simons en hebben om opheldering gevraagd.