Wie op 21 maart in een stembureau werkt, krijgt daarvoor een financiële vergoeding. Maar de hoogte ervan verschilt nogal. De stembureauvoorzitters, de leden en de tellers worden er beslist niet rijk van.
De hoogte van het presentiegeld van stembureauleden is niet wettelijk geregeld, meldt de Kiesraad. Elk gemeentebestuur bepaalt zelf of er een beloning wordt toegekend en de hoogte daarvan.
De vergoedingen zijn in principe belastbaar inkomen. Sommige gemeenten verstrekken het presentiegeld als vrijwilligersvergoeding. Dat is voor leden van stembureaus fiscaal aantrekkelijker. Maar dan moet het uurloon wel onder de 4,50 euro blijven.
Voorzitters van stembureaus worden het best betaald. In Zaanstad bedraagt de vergoeding 272 euro, in Utrecht krijgt een voorzitter 210 euro, in Almere 200 en in Breda 175.
Sommige gemeenten werken met ochtend- en middagdiensten die verschillend worden beloond. In Rotterdam krijgt een voorzitter in de ochtendshift 200 euro en in de middag en avond 30 euro meer. Een stembureaulid ontvangt in de Maasstad respectievelijk 80 en 95 euro. Den Haag keert in de ochtend 125 en in de middagdienst 150 euro uit. Voorzitters krijgen daar 165 en 190 euro.
In Boxtel, Groningen, Weert en Nijkerk krijgen stembureauleden 150 euro voor de hele dag. Utrecht betaalt 180 euro, Leiden en Nijmegen hebben een tarief van 175 euro, Zaanstad 232, Amsterdam 250, Breda 140 en Boxtel 125 euro.
De stemmentellers, die tot laat in de weer zijn, krijgen het minst betaald. In Nijmegen, Amsterdam, Breda, Rotterdam, Schiedam, Nijkerk ontvangen de tellers 50 euro. Terneuzen, Weert, Leudal, Druten, Utrecht zitten op 40 euro. Leiden, Tholen en Culemborg betalen tellers 30 euro en Dongen en Brunssum 25 euro. Zaanstad springt eruit met 58 euro.
Folders
Uiteenlopende vergoedingen op stembureau
18 March 2018, 09:38 uur
Algemeen