Er blijkt een kloof te bestaan tussen het aantal zwemdiplomabezitters op de Rotterdamse basisscholen.

47% van de kinderen in groep 8 (11-12 jaar oud) haalde in het schooljaar 2018-2019 zowel een A-, B- als C-diploma. Maar dat percentage geslaagden voor de drie diploma’s in dezelfde leeftijd zakt naar 32% op Rotterdamse basisscholen met de meest complexe leerlingenpopulaties.

Dat meldt raadslid Yigit van Denk naar aanleiding van CBS-cijfers en behalve dat hij zich daar zorgen overmaakt, vraagt hij of onderwijswethouder Kasmi dat gevoel deelt. En zo niet? Waarom niet?

De complexiteit van de leerlingenpopulatie van een school (ook wel aangeduid als schoolweging) wordt door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) bepaald op basis van de volgende kenmerken: het opleidingsniveau van de ouders, het gemiddelde opleidingsniveau van alle moeders op school, het land van herkomst van de ouders, de verblijfsduur van de moeder in Nederland en of de ouders in de schuldsanering zitten.

‘’U bent dus’’, schrijft Yigit aan Kasmi, ‘’op de hoogte van de factoren die een rol spelen waardoor kinderen op sommige Rotterdamse basisscholen minder zwemdiploma’s hebben dan anderen. Bent u dan ook bereid expliciete maatregelen te treffen dat die achterstand in te lopen?’’

En omdat statistisch vaststaat dat gemiddeld 8 kinderen per jaar verdrinken, voegt Denk eraan toe het buitengewoon op prijs te stellen als wethouder Kasmi een termijn zou kunnen specificeren wanneer die achterstand ook daadwerkelijk is ingehaald.