De voorzitter van de Tweede Kamer, Khadija Arib, heeft Kamerlid Peter Kwint gisteren aangesproken omdat hij geen colbertje droeg in de vergaderzaal. De 33-jarige SP-politicus had een T-shirt aan, waardoor ook zijn tatoeages te zien waren. “Waar is uw jasje?”, vroeg Arib streng. “Dat vraag ik me al jaren af”, antwoordde Kwint, tot hilariteit van de Kamer. “Ik heb een hele langzame wasmachine en een slechte stomerij.”
Kwint kreeg daarop ook kritiek van de PVV. “Maar een stropdas zou toch kunnen”, vroeg PVV’er Harm Beertema. Hij noemde Kwint even later de “stropdasloze meneer”.
Arib sprak eerder al Kamerleden aan omdat zij in hemdsmouwen verschenen. Zij vindt dat Kamerleden er representatief moeten uitzien. Voor een dresscode voelt ze echter niets. Ook in het verleden vielen sommige Kamerleden op door niet mee te doen aan jasje-dasje. Zo werd toenmalig PvdA-parlementariër Hans Spekman, bekend om zijn truien, er ooit op aangesproken door zijn fractieleider Wouter Bos.
Drs. Sjors van Maurik, die namens Dagblad010, gevraagd wordt bij redelijk abnormale gebeurtenissen commentaar te geven, zei gisteravond: ''Ik weet niet zeker, maar ik hoop niet dat als Peter Kwint bij een begrafenis of crematie ook zo gekleed gaat. Dat zou erg armoedig zijn. Ik snap niet dat intelligente mensen het ten aanzien van zo'n onderwerp willens en wetens op een discussie laten aankomen. Dat neigt naar pr-honger.''