door Jan D. Swart

Rotterdams boa’s krijgen geen wapenstok en geen pepperspray. De wetenschap dat zestien andere Nederlandse gemeenten de blote handen wel inmiddels voor deze manier van bewapening hebben ingeruild, heeft Leefbaar, de VVD, de PVV en het CDA niet geholpen.

De linkse politieke partijen in Rotterdam houden vast aan eerst een gedegen opleiding van handhavers en accepteren het risico van een versnelde herhaling van het recente Zuiderpark-incident, waar de boa's door agressieve jongens werden overmeesterd en kansloos in elkaar werden geslagen.  

Het adagium ‘je blijft met je poten van onze handhavers af’ geldt voor links Rotterdam wel, maar het moet zorgvuldiger, in elk geval – zo te horen op het stadhuis – niet overhaast. Er moet versterking komen van de noodknopprocedure en ook het voeren van gezamenlijke briefings moet worden verbeterd. Men wil dus wel iets doen, en Aboutaleb heeft er ook nu de opdracht toe gekregen, maar wel beeldverzachtend.

Bijvoorbeeld: om de boa’s beter in gezamenlijkheid te kunnen laten optreden moet het instrument ‘gezamenlijke surveillance’ meer body krijgen. Die trend. Ook wordt de burgemeester gevraagd om met de minister en de korpschef te bespreken of er een intensief selectie- en opleidingstraject voor boa’s met politiepotentie en –ambitie opgezet kan worden vanuit het perspectief tot doorstroom en het motief dat doorgroei motiveert. 

De achterliggende gedachte (van PvdA, D66, CU-SGP, Denk en 50Plus) daarbij is om boa’s eerst door middel van een stageprogramma mee te laten werken in het politiekorps, hen vervolgens in te zetten in specialistische teams en bij uitzondering in dat traject te voorzien van aanvullende uitrusting.

Uitgangspunt was gisteren: eerst opleiden. Pas daarna: doorstromen. De vraag is alleen hoe lang dat traject gaat duren en hoe lang in deze kwetsbare tijd ruimdenkendheid voor gajes de norm mag zijn.