Shell Pernis heeft van de provincie Zuid-Holland de opdracht gekregen een nader onderzoek te doen naar de oorzaak van het incident eind maart waarbij de raffinaderij melding moest doen van een stroomstoring. In de omgeving werd dit die dag ervaren als affakkelen. Binnen een uur volgden 22 overlastklachten binnen bij de milieudienst DCMR. Volgens raadslid Lewis (GroenLinks) werd geklaagd over enorme vlammen, rookpluimen en stank.
Het onderzoek moet uitwijzen of er schadelijke stoffen zijn vrij gekomen. De CIN-melding (Centraal Incidenten Nummer) gaf dit op de bewuste dag overigens niet aan. Het betrof een zogenaamde Z4-melding: een voorval zonder gevaar met mogelijke overlast buiten het bedrijfsterrein.
‘Bij de DCMR zijn voornamelijk klachten over zwavellucht en een bulderend geluid binnengekomen. Eenheden van de brandweer hebben metingen gedaan naar zwavellucht. Hierbij zijn geen overschrijdingen vastgesteld. De milieupiketdienst van de DCMR heeft het geluid in de omgeving indicatief gemeten en ook dit gaf geen aanleiding om nadere geluidmetingen in het kader van toezicht en handhaving te verrichten’’, heeft wethouder Bonte laten weten.
De milieudienst DCMR neemt met de opdracht toch het zekere voor het onzekere. Het nadere onderzoek van Shell moet uitsluitsel geven over welke extra emissies (wat betreft hoeveelheid en samenstelling) er door de stroomuitval hebben plaatsgevonden.