De Floating Farm in de Merwehaven is een draak voor dierenvrienden en bovendien een drijvende irritatie voor de Partij voor de Dieren in Rotterdam, zodat de gemeente Rotterdam kon verwachten dat het op de vingers getikt zou worden toen recent uitlekte dat bezoekers van het Melksnor Festival bij de Floating Farm koeienmest konden kopen.

Het gebeurde 15 augustus jl. en er werd ook nog bij verteld dat een deel van de mest door Stadsbeheer gebruikt zou worden als #meststof en #bodemverbeteraar bij onder meer de boomkwekerij.

Spittend in het KvK-register tekende raadslid Ruud van der Velden op dat De Floating Farm een bedrijf is dat melkvee houdt en voedingsmiddelen vervaardigt. Niet dat het mest verkoopt en zeker niet aan de gemeentelijke dienst Stadsbeheer. Wat is hier fout gegaan, vraagt Van der Velden zich af?

Het is niet de eerste keer dat de initiatiefnemers van de Floating Farm in aanvaring komen met de lokale PvdD. Drie jaar geleden moesten ze al op kritische opmerkingen reageren toen hun mestoverschot ter sprake kwam. “Floating Farm verwerkt al haar mest en urine op de Floating Farm zelf. Er wordt helemaal geen mest en urine over het land uitgereden’’, luidde toen het antwoord.

Floaring Farm omschreef zichzelf toen als ‘’precies het innovatieve alternatief waarmee we in Nederland, Europa en de rest van de wereld een doorbraak kunnen bieden voor de agrarische sector. Het aantal koeien is op zich niet het probleem maar het overschot aan mest en de uitstoot van broeikasgassen. En dat lossen wij met technologie (innovatie) op!”

Reden voor Van der Velden om nu actueel aan wethouder Arno Bonte te vragen: Vindt u nog altijd dat de Floating Farm circulair is?