Verontreiniging van lucht kan worden gekoppeld aan hersenverschillen en cognitief functioneren bij kinderen, meldt het Erasmus MC. De nu geldende EU-limieten voor luchtverontreiniging zijn mogelijk niet laag genoeg volgens hun researchers. De invloed van luchtverontreiniging begint in de baarmoeder en heeft gevolgen voor de structuur en het functioneren van de hersenen op latere leeftijd, zelfs bij de als veilig veronderstelde huidige normen.

De onderzoekers van het Generation R-project van het Erasmus MC hebben hun bevindingen gepubliceerd in het vakblad Biological Psychiatry. De hersenen van een foetus zijn bijzonder kwetsbaar, omdat foetussen nog niet beschikken over mechanismen om giftige stoffen uit de omgeving te weren. Het was al bekend dat blootstelling aan luchtverontreiniging, met name fijnstof, schade toe kan brengen aan longen, hart en andere organen.

Dit nieuwe onderzoek laat zien dat de hersenen tijdens hun ontwikkeling via de moeder beïnvloed worden door blootstelling aan luchtverontreiniging. Blootstelling aan fijne deeltjes tijdens het foetale leven brengen onderzoekers in verband met een dunnere hersenschors.

De studie toont aan dat deze hersenverschillen gedeeltelijk bijdragen aan problemen met inhibitie: het vermogen om zelfbeheersing over verleidingen en impulsief gedrag te reguleren. Dat vermogen is verbonden met psychische gezondheidsproblemen, zoals verslavend gedrag en ADHD.