Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) brengt dit jaar geen Nationale Energieverkenning uit, de jaarlijkse graadmeter van de verduurzaming van de Nederlandse energie. De oorzaak ligt in het voor deze zomer verwachte Klimaatakkoord, waarin regering, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties bekend gaan maken hoe ze de CO2-uitstoot in 2030 willen gaan halveren. Rotterdam speelt daarin een belangrijke rol.

Die maatregelen zullen al vrijwel meteen hun impact krijgen, verwacht het PBL. De voor oktober geplande Nationale Energieverkenning 2018 zou dan al bij verschijning verouderd zijn en volgens het PBL slechts ‘verwarrend’ werken.

Ook vraagt het Klimaatakkoord veel onderzoekscapaciteit van het PBL, waardoor er te weinig ruimte is om daarnaast nog aan de Nationale Energieverkenning te werken. Met een reeks kleinere publicaties verwacht het planbureau dit najaar in de meeste leemtes te voorzien, zoals een doorrekening van de doelen van het Klimaatakkoord en een uitsplitsing van het energieverbruik naar inkomensgroepen. Ook wordt het energie- en klimaatbeleid van de buurlanden gewogen.

Voornaamste omissie is de raming van luchtverontreinigende stoffen, die nu pas weer in het najaar van 2019 zal verschijnen. Juist de vraag of Nederland de broeikasgassen voldoende zou weten terug te dringen, was overigens een van de heetste hangijzers uit de laatste Nationale Energieverkenning, die van 2017.