door Jan D. Swart
Fractievoorzitter Joost Eerdmans van Leefbaar Rotterdam had nog geen drie zinnen gezegd over de demonstratie van Black Lives Matter in Rotterdam of zijn collega-titelhouder Stephan van Baarle van Denk begon aan de andere kant van de raadzaal al te stuiteren.
Dat stuiteren was vrij universeel donderdag bij de eerste actualiteitenvergadering van de Rotterdamse gemeenteraad in het stadhuistheater in de fase van corona-light. Aan sommige raadsleden kon men zien dat ze als een kind zo blij waren huis en haard te hebben verlaten en terug waren op het podium. Eerdmans even weg bij zijn drukke gezin en Van Baarle bij zijn moeder.
Het leek zelfs alsof goodold Aart van Zevenbergen (SP) voor het eerst na drie maanden Tuindorp Vreewijk verlaten had, want hij glom helemaal en zat als enig raadslid op zijn eigen plek. Midden in het racismedebat hief Meneer Aart zelfs triomfantelijk de vuist. Een vuist ten teken dat hij vierkant achter al die duizenden Rotterdammers stond, die zich vorige week op de Erasmusbrug hadden verzameld om niet alleen te protesteren tegen het politiegeweld in Amerika, maar vooral tegen alle vormen van racisme in Nederland. Experts konden zien dat het een andere vuist was dan die ten faveure van Karl Marx.
Eerdmans had het debat aangevraagd en de griffier had de plaatsen aangewezen voor de vertegenwoordigers van de deelnemende partijen. Ieder één. Meeuwissen (PVV) zat triomfantelijk op de plaats van Leefbaar en men kon er direct zien dat Eerdmans dat niet leuk vond. Zo begon het. Daarna sprak hij de eerste drie zinnen, die erop neerkwamen dat het onbegrijpelijk was dat het vorige week zó mis kon gaan onder leiding van een ervaren bestuurder als Aboutaleb.
En ja hoor, Van Baarle, op zijn beurt ook net een blije koe die voor het eerst de wei in mocht, schoot omhoog en begon. ‘’U bent van een partij die jarenlang racisme heeft weggekeken. Bij uw partij mocht antiracisme niet worden benoemd. U heeft niks gedaan tegen racisme. U bent laf.’’
Nooit op zijn mondje gevallen, reageerde Eerdmans, één hand in de zak van zijn spijkerbroek: ‘’En van u, meneer Van Baarle, weten we; u hitst alleen maar op. U zet vooral mensen tegen elkaar op. En u bent zelfs in staat om ze weg te zetten als nazi’s. Het is zoals altijd misselijkmakend. En zo dun. Terwijl u weet dat ik u van alles kan betichten.’’
Hoog stuitergehalte
Eerdmans wilde een debat over het verloop van de demonstratie. Geen debat over racisme. Maar het stuitergehalte was zó hoog, dat Denk en Nida er niet van af te brengen waren om het toch over de inhoud van de demo te willen hebben. Eigenlijk alle linkse partijen. Zelfs de Partij voor de Dieren, terwijl er letterlijk geen hond aan had deel genomen.
‘’Zalven is voorbij. Nederland is opgestaan. De wereld is opgestaan’’, riep Van Baarle als jongste raadslid en omdat hij van de griffier in de raadzaal de plaats van GroenLinks had gekregen en dus recht in de ogen van Eerdmans kon kijken, voegde hij eraan toe: ‘’U bent toch van die partij die wel etnisch wil profileren?’’
Eerdmans gaf er niet eens meer antwoord op. Hij vond na afloop het gepruttel van Denk weer weinig verbindend, terwijl dat toch het uitgangspunt van de demonstraties was geweest. Boos werd hij pas toen Aart van Zevenbergen van de SP de Rotterdamse politie opnieuw racisme in de schoenen schoof. ‘’En niet ontkennen, meneer Eerdmans’’, riep Meneer Aart.
‘’Maar dat doe ik wel’’, repliceerde Eerdmans. ‘’Sterker nog, u beledigt de politie hier tot op het bot. Ik blijf me verzetten tegen uw standpunt dat wij een racistische stad zijn.’’
‘’Racisme, ik vergelijk het wel eens met georganiseerde misdaad’’, foeterde Van Zevenbergen terug. ‘’Denk daar maar eens over na. Maar ik zeg er één ding bij: ik vergelijk de Rotterdamse politie niet met de beulen in Amerika.’’