De Rotterdamse winkeliers en horeca-exploitanten in de centrumgebieden die door burgemeester Aboutaleb zijn aangewezen voor het verplicht dragen van een mondkapje klagen steen en been over de forse omzetdaling. Extra zuur na een lange periode van intelligente lockdown. ‘’In hoeverre heeft het college het economische belang wel in acht genomen bij de invoering van de mondkapjesplicht in drukke gebieden in de stad?’’, wil daarom Chantal Zeegers, de fractieleider van D66 in Rotterdam weten.
‘’Naarmate de tijd vordert, komen we steeds meer te weten over de verspreiding van het virus en over de effecten van de genomen maatregelen. We weten sinds kort dat verreweg de meeste besmettingen plaatsvinden in familiekringen, op werk of op feestjes/borrels waar mensen geen 1,5-meter van elkaar houden. Besmettingen lijken dus in mindere mate plaats te vinden op openbare plekken in de buitenlucht. Maar de belangrijkste gedragsverandering van de mondkapjesplicht is vooralsnog dat mensen wegblijven uit deze gebieden.’’
Ze vraagt zich dus in den brede het nut af van de actie van de burgemeester. Diep in haar hart wil Zeegers af van deze rode zone in het centrum van de stad en daarom ook zo snel mogelijk uitgelegd hebben of het experiment voldoet en of daar inmiddels cijfers van zijn. Een pilot op basis van een natte vinger in de lucht, vindt niet alleen zij maar ook de andere dames van D66 unfair tegenover de winkeliers.
‘’Het winkelend publiek zou in plaats van Rotterdam nu kiezen voor andere steden waar het dragen van een mondkapje in de buitenruimte niet verplicht’’, voegt Zeegers eraan toe om en wil die tendens ook uitgezocht hebben.