Folders

Aboutaleb blijft kritisch op Turkse samenleving

26 May 2020, 22:48 uur
Algemeen
mainImage
Aboutaleb biedt excuus aan waar nodig, maar handhaaft zijn zorgen. Rechts: raadslid Van Baarle van Denk.

door Jan D. Swart

Burgemeester Aboutaleb vindt het vervelend dat hij tijdens een digitaal interview met drie journalisten van Nadorcity, ver weg in het Marokkaanse Rif-gebergte, dus wie weet zelfs mogelijk met de gedachte dat dit onbespied zou blijven, de indruk heeft gewekt dat Turkse Rotterdammers slecht presteren. Dat beeld is wel ontstaan vindt hij zelf en hij zegt dit te betreuren.

De Rotterdamse top van de moslimpartij Denk - vrijwel allemaal met een Turkse achtergrond – had schriftelijke vragen gesteld over het interview en Aboutaleb beschouwt die als een terechtwijzing, die hij ook nog op z’n plaats acht. 

Wel maakt Aboutaleb bij de beantwoording van de gelegenheid gebruik om toe te lichten dat zijn uitspraak gebaseerd was op de zorgen van Rotterdam over de Turkse gemeenschap zoals die naar voren zijn gekomen in de SCP-publicatie Integratie in zicht.

‘’Het rapport spreekt van interne gerichtheid binnen de gemeenschap. Gericht zijn op Turkije. Een groot deel van Turkse Nederlanders dat terug wil gaan en geen band voelt met Nederland’’, aldus het begin van de uitleg van Aboutaleb in staccato.

‘’Het rapport wijst óók op hun geringe beheersing van de Nederlandse taal. Deze aspecten betreffen de sociaal-culturele integratie. Maar het heeft ook een ander kant. De ecent verschenen Staat van Rotterdamse Groepen laat een actueel beeld zien van Turkse Rotterdammers die het goed doen op aspecten van structurele integratie zoals maatschappelijke positie, arbeidsparticipatie, criminaliteit en zorggebruik.’’

‘’Ja’’, geeft Aboutaleb toe, ‘’ik sprak als burgemeester, want ‘’het college deelt die zorgen in het rapport. Immers, het betreft signalen uit de Rotterdamse praktijk. De Turkse regering probeert Turkse Rotterdammers aan zich te binden, bijvoorbeeld via financiering van moskeeën in Nederland, het sturen van Turkssprekende imams die de Nederlandse context nog eigen moeten maken en campagne voor verkiezingen in Turkije.’’

Aboutaleb verder: ‘’De politieke meningsverschillen over Turkije leiden ook in Rotterdam tot verdeeldheid en soms erger. Ik denk dan aan tegenstanders van de Turkse regering die bang zijn verklikt of bedreigd te worden. En ik denk aan de bedreigingen aan het adres van een volksvertegenwoordiger in de Rotterdamse raad na verdachtmakingen in een Turkse krant, waarna die zijn functie uit veiligheidsoverwegingen tijdelijk moest neerleggen. Veel Turkse Rotterdammers zullen dit uiteraard verre van zich werpen en ik wil hierin niet generaliseren. Echter, deze voorbeelden in combinatie met het onderzoek dat uitwijst dat een aanzienlijk deel van de Turkse Nederlanders gericht is op Turkije (en diens invloed) acht ik niet bevorderlijk voor de maatschappelijke positie in Nederland en voor ontspanning in de samenleving.’’

Aboutaleb vindt dat de Rotterdamse samenleving, inclusief de Turkse Rotterdammers, er niet bij gebaat is als uitkomsten van rapporten niet meer besproken mogen worden door ze taboe te verklaren. ‘’De vraag is niet of de feiten ‘relaxed’ zijn, maar of wij als gemeentebestuur en als samenleving in staat zijn om dit onder ogen te zien en er vervolgens op een ontspannen manier het gesprek over te voeren en problemen op te lossen.’’